Joost Edens en Judith van het Hof
VDH Water Technology
bij nieuwe technologie
is ‘Acceptatie’
VDH Water Technology onderzoekt en ontwikkelt technieken voor het desinfecteren
van water op een duurzame manier.
Uitdaging
Deze technologie opende veel nieuwe markten voor VDH. De nieuwe focus ligt nu eerst op bedrijven die graan verwerken. Wereldwijd worden jaarlijks miljoenen tonnen graan gebruikt. Veel daarvan wordt verwerkt tot andere basisstoffen zoals deeg, gluten, eiwitten en ethanol. Die basisstoffen worden weer toegevoegd aan uiteenlopende processen, bijvoorbeeld om brood te maken of allerlei zuivelproducten, zoals de gewone yoghurt, melk, tot aan de Mona-toetjes toe. Al die producten worden beïnvloed door het gebruik van de biocide helemaal aan het begin van de keten. Hetzelfde geldt voor het rendement van het productieproces. Als je graan verwerkt komen er vaak toch weer ongewenste bacteriën bij die het omzettingsproces negatief beïnvloeden. Daardoor heb je minder opbrengst en meer afval. Met het toedienen van de biocide die met dat graan en in het proces kan reageren, zorg je er dus voor dat de opbrengst groter wordt.
Wat was de uitdaging? The European Food Safety Authority heeft in 2015 aangetoond dat chloraat schadelijk is voor de jodiumopname, met name voor ongeboren kinderen en voor zuigelingen. Dus daar zijn ze heel streng voor. Voor chloraat ligt de norm nu op 0,01 milligram per kilogram voedselproduct. Om ervoor te zorgen dat je zo schoon mogelijk chloor hebt – dus met zo weinig mogelijk chloraat erin – kun je het beste lokaal produceren uit een kleine machine die ter plekke maakt wat je vraagt. De overstap naar nieuwe markten voor lokale desinfectie vroeg dus om een echte doorbraak. Niet een stapje, maar een sprong vooruit! De innovatie die VDH in ruim zeven jaar tijd ontwikkelde is precies dat. De nieuwe machine produceert chloor met slechts 0,07% chloraat erin. Ter vergelijking: in de eerdere versie was dat nog 2 á 3%.
Werken met partners
Op het gebied van kennis werkt VDH wel samen, maar niet grootschalig. Toch heeft Edens wel ideeën voor activiteiten in de regio. “Ik denk zelf dat het heel erg leuk zou zijn om eens te bekijken welke manieren je hebt om veilig voedsel te kunnen produceren. In hoeverre is dat een thema waar Regio Foodvalley zich mee bezig houdt of bezig kan houden? Zou Regio Foodvalley kunnen acteren als een hub, niet alleen voor VDH, maar ook voor andere bedrijven? We zouden misschien eerst eens kunnen focussen op bijvoorbeeld zuivel….”
De core business van VDH is apparatenbouw. Dat doen ze met zo’n 70 mensen. Te weinig om de hele wereld te bedienen met hun nieuwste technologie! Toch is de ambitie niet om zelf een wereldwijd netwerk van verkooppunten op te zetten. Van het Hof: “Wij hebben een samenwerking met ProMinent GmbH, een grote leverancier van pompen en van allerlei producten rond desinfectie en componenten in waterbehandeling. Wij zijn in 2008 al een samenwerking met dit bedrijf aangegaan om onze vleugels wereldwijd uit te slaan. Zij hebben 60 vestigingen over de hele wereld. Hun business is verwant, maar ze zitten niet op ons specifieke terrein.”
Van het Hof: “We werkten aanvankelijk met een kleine groep mensen die rechtstreeks betrokken waren. Vervolgens neem je wat meer mensen mee naar een overleg of een training, dat soort zaken. En we hebben ook mensen meegenomen naar de locatie. Gewoon met collega’s bij de klant gaan kijken. Dat is allemaal min of meer lopende het ontwikkelproces gebeurd”. Edens vult aan: “Op een gegeven moment zijn we intern van een speciale projectleider naar een reguliere projectleider gegaan. Vervolgens betrokken we steeds meer onderdelen van de organisatie erbij, en uiteindelijk ook Service. Nu zien we dat het steeds soepeler begint te lopen.”
De toepassing van technologieën
opent nieuwe markten voor VDH.
Organische introductie
De graansector was voor de mensen van VDH echt nieuw. Van zwembaden weten zij alles, maar niet van de verwerking van graan. De processen zijn anders, en de productielocaties zijn veel groter dan een gemiddeld zwembad. Van het Hof: “Onbekend maakt onbemind. Zo lag het wel in het begin. Dat is voor ons een voortdurende leerschool. Misschien moeten we het nog meer in de organisatie inbedden, mensen nog beter meenemen in wat er gebeurt, vertellen wat de consequenties zijn.”
VDH heeft de innovatie vooral op een organische manier ontwikkeld en geïntroduceerd in de organisatie. Dat heeft enerzijds te maken met het feit dat de nieuwe technologie voortbouwt op de reeds bestaande technologie. Het maken van chloor blijft immers gewoon het bekende elektrolyseproces. Anderzijds past het ook bij de beheerste cultuur van de organisatie om het zo te doen.
Een tweede belangrijk voordeel van de technologie van VDH is dat die het mogelijk maakt om slechts relatief lage waardes van het schadelijke bijproduct chloraat te produceren. Daarmee is het door de klant gemaakte chloor ruim ‘schoon’ genoeg voor bijvoorbeeld zwembaden. Op die manier heeft VDH inmiddels zo’n 80% van de Nederlandse markt voor het desinfecteren van zwembadwater in handen gekregen. Maar VDH wilde het geproduceerde chloor véél schoner hebben voor toepassing in andere sectoren, zoals de voedingsindustrie.
Edens: “We realiseerden ons dat, als we met onze technologie iets anders wilden doen, we naar nieuwe markten moesten kijken. In eerste instantie kon dat heel goed met de bestaande producten, maar op een gegeven moment kom je een keer een nieuwe markt tegen waarvan je denkt dat je er serieus business uit kunt halen. Die markt stelt echter wel hogere eisen. Dat heeft de innovatie hier gedreven.”
VDH heeft in ruim veertig jaar technologie ontwikkeld om op kleine schaal zout om te zetten in chloor. Dat is handig voor bedrijven die relatief kleine hoeveelheden chloor gebruiken om hun zaken te desinfecteren. Chloor is een ‘biocide’ – letterlijk betekent dat woord ‘doder van leven’ – en het werkt prima als desinfectiemiddel. Het zorgt voor de doding van ongewenste bacteriën, schimmels, virussen en sporen. Dat maakt ook duidelijk dat het bepaald geen ongevaarlijk spul is. Als je dat op kleine schaal op locatie kunt maken, hoef je dit bijzonder giftige goedje niet te transporteren en kun je precies het aantal liters produceren dat je nodig hebt.
Het verkrijgen van “acceptatie” in de organisatie is voor Joost Edens en Judith van het Hof van VDH Water Technology (VDH) het belangrijkste sleutelwoord voor een succesvolle innovatie. “Onze mensen moesten er heel erg aan wennen dat we wat anders gingen doen”, heeft Van het Hof gezien. “Terwijl het bijzondere is dat het tegelijk ook hetzelfde is als wat we altijd al deden.”
Joost Edens en Judith van het Hof
VDH Water Technology
bij nieuwe technologie
is ‘Acceptatie’
Van het Hof: “We werkten aanvankelijk met een kleine groep mensen die rechtstreeks betrokken waren. Vervolgens neem je wat meer mensen mee naar een overleg of een training, dat soort zaken. En we hebben ook mensen meegenomen naar de locatie. Gewoon met collega’s bij de klant gaan kijken. Dat is allemaal min of meer lopende het ontwikkelproces gebeurd”. Edens vult aan: “Op een gegeven moment zijn we intern van een speciale projectleider naar een reguliere projectleider gegaan. Vervolgens betrokken we steeds meer onderdelen van de organisatie erbij, en uiteindelijk ook Service. Nu zien we dat het steeds soepeler begint te lopen.”
De toepassing van technologieën
opent nieuwe markten voor VDH.
VDH Water Technology onderzoekt en ontwikkelt technieken voor het desinfecteren
van water op een duurzame manier.
Werken met partners
Op het gebied van kennis werkt VDH wel samen, maar niet grootschalig. Toch heeft Edens wel ideeën voor activiteiten in de regio. “Ik denk zelf dat het heel erg leuk zou zijn om eens te bekijken welke manieren je hebt om veilig voedsel te kunnen produceren. In hoeverre is dat een thema waar Regio Foodvalley zich mee bezig houdt of bezig kan houden? Zou Regio Foodvalley kunnen acteren als een hub, niet alleen voor VDH, maar ook voor andere bedrijven? We zouden misschien eerst eens kunnen focussen op bijvoorbeeld zuivel….”
De core business van VDH is apparatenbouw. Dat doen ze met zo’n 70 mensen. Te weinig om de hele wereld te bedienen met hun nieuwste technologie! Toch is de ambitie niet om zelf een wereldwijd netwerk van verkooppunten op te zetten. Van het Hof: “Wij hebben een samenwerking met ProMinent GmbH, een grote leverancier van pompen en van allerlei producten rond desinfectie en componenten in waterbehandeling. Wij zijn in 2008 al een samenwerking met dit bedrijf aangegaan om onze vleugels wereldwijd uit te slaan. Zij hebben 60 vestigingen over de hele wereld. Hun business is verwant, maar ze zitten niet op ons specifieke terrein.”
Organische introductie
De graansector was voor de mensen van VDH echt nieuw. Van zwembaden weten zij alles, maar niet van de verwerking van graan. De processen zijn anders, en de productielocaties zijn veel groter dan een gemiddeld zwembad. Van het Hof: “Onbekend maakt onbemind. Zo lag het wel in het begin. Dat is voor ons een voortdurende leerschool. Misschien moeten we het nog meer in de organisatie inbedden, mensen nog beter meenemen in wat er gebeurt, vertellen wat de consequenties zijn.”
VDH heeft de innovatie vooral op een organische manier ontwikkeld en geïntroduceerd in de organisatie. Dat heeft enerzijds te maken met het feit dat de nieuwe technologie voortbouwt op de reeds bestaande technologie. Het maken van chloor blijft immers gewoon het bekende elektrolyseproces. Anderzijds past het ook bij de beheerste cultuur van de organisatie om het zo te doen.
Uitdaging
Wat was de uitdaging? The European Food Safety Authority heeft in 2015 aangetoond dat chloraat schadelijk is voor de jodiumopname, met name voor ongeboren kinderen en voor zuigelingen. Dus daar zijn ze heel streng voor. Voor chloraat ligt de norm nu op 0,01 milligram per kilogram voedselproduct. Om ervoor te zorgen dat je zo schoon mogelijk chloor hebt – dus met zo weinig mogelijk chloraat erin – kun je het beste lokaal produceren uit een kleine machine die ter plekke maakt wat je vraagt. De overstap naar nieuwe markten voor lokale desinfectie vroeg dus om een echte doorbraak. Niet een stapje, maar een sprong vooruit! De innovatie die VDH in ruim zeven jaar tijd ontwikkelde is precies dat. De nieuwe machine produceert chloor met slechts 0,07% chloraat erin. Ter vergelijking: in de eerdere versie was dat nog 2 á 3%.
Een tweede belangrijk voordeel van de technologie van VDH is dat die het mogelijk maakt om slechts relatief lage waardes van het schadelijke bijproduct chloraat te produceren. Daarmee is het door de klant gemaakte chloor ruim ‘schoon’ genoeg voor bijvoorbeeld zwembaden. Op die manier heeft VDH inmiddels zo’n 80% van de Nederlandse markt voor het desinfecteren van zwembadwater in handen gekregen. Maar VDH wilde het geproduceerde chloor véél schoner hebben voor toepassing in andere sectoren, zoals de voedingsindustrie.
Edens: “We realiseerden ons dat, als we met onze technologie iets anders wilden doen, we naar nieuwe markten moesten kijken. In eerste instantie kon dat heel goed met de bestaande producten, maar op een gegeven moment kom je een keer een nieuwe markt tegen waarvan je denkt dat je er serieus business uit kunt halen. Die markt stelt echter wel hogere eisen. Dat heeft de innovatie hier gedreven.”
VDH heeft in ruim veertig jaar technologie ontwikkeld om op kleine schaal zout om te zetten in chloor. Dat is handig voor bedrijven die relatief kleine hoeveelheden chloor gebruiken om hun zaken te desinfecteren. Chloor is een ‘biocide’ – letterlijk betekent dat woord ‘doder van leven’ – en het werkt prima als desinfectiemiddel. Het zorgt voor de doding van ongewenste bacteriën, schimmels, virussen en sporen. Dat maakt ook duidelijk dat het bepaald geen ongevaarlijk spul is. Als je dat op kleine schaal op locatie kunt maken, hoef je dit bijzonder giftige goedje niet te transporteren en kun je precies het aantal liters produceren dat je nodig hebt.
Het verkrijgen van “acceptatie” in de organisatie is voor Joost Edens en Judith van het Hof van VDH Water Technology (VDH) het belangrijkste sleutelwoord voor een succesvolle innovatie. “Onze mensen moesten er heel erg aan wennen dat we wat anders gingen doen”, heeft Van het Hof gezien. “Terwijl het bijzondere is dat het tegelijk ook hetzelfde is als wat we altijd al deden.”