Anne-Jo Smits
Poultry Expertise Centre

‘continu innoveren met de sector is ons bestaansrecht’

05

Anne-Jo bij de kweekunit op de campus van het Aeres in Barneveld.

Met het PEC werkt Anne-Jo dagelijks aan triple helix samenwerking in de pluimveesector.

Aan de andere kant zorgt emissiereductie voor onzekerheid bij pluimveehouders. Smits: “Je kunt veehouders in drie groepen verdelen: je hebt voorlopers, je hebt degenen die in de middenmoot zitten en je hebt degenen die niet willen veranderen. De voorlopers vinden het leuk om te innoveren, maar worden terughoudend vanwege de onzekerheid die er is rond het stikstofverhaal. Als wij nu wat aan onze stal veranderen, moeten we over drie jaar dan niet weer wat doen?” Het ondernemersrisico is voor pluimveehouders te groot worden, wat ze ervan doet weerhouden om door te pakken.


Het hoofd koel houden

De rol van het PEC komt sterk naar voren in het project ‘Cool Pluimveetransport’. “Twee ondernemers kwamen bij ons met het idee om een geconditioneerde trailer te bouwen voor vleeskuiken-transport”, vertelt Smits. Dit is belangrijk, omdat veel producenten in de vleespluimveesector onder zware druk staan als gevolg van de COVID-19 maatregelen en de vogelgriep. Deze problematiek, in combinatie met het stijgende aantal dagen met extreme temperaturen, is reden om een trailer voor geconditioneerd pluimveetransport te ontwikkelen. Smits: “De twee ondernemers hadden zelf al geïnvesteerd in hun idee, maar hadden externe financiering nodig en ze wilden er wel mee verder. Toen hebben we een financiering weten te vinden en kon de trailer worden gebouwd.”

De subsidie is onder andere verkregen doordat het PEC letters of support heeft gehad van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Eyes on Animals en Regio Foodvalley. De trailer is in mei voor het eerst gepresenteerd op de VIV Europe 2022 beurs in Utrecht, die bezocht is door duizenden internationale professionals uit de veehouderijsector. Daarnaast wordt vanuit het lectoraat ‘Precisievoeding en duurzame pluimveehouderij’ – dat onderdeel is van de Aeres Hogeschool - onderzoek gedaan naar dierwelzijn en -gezondheid van de vleeskuikens tijdens het transport in de geconditioneerde trailer.


Samen sterk

Het PEC is een samenwerkingsverband dat uit verschillende partners bestaat. De partners zijn te verdelen in drie groepen, die ook wel de Triple Helix worden genoemd: overheid, onderzoeks- en kennisinstellingen en het bedrijfsleven. Zo werkt het PEC onder andere samen met de gemeente Barneveld, Regio Foodvalley, Aeres en Wageningen Universiteit & Research. Het bedrijfsleven is breed over de keten heen vertegenwoordigd: van veevoerleveranciers tot pluimveetransporteurs. Daarnaast zijn brancheverenigingen aangesloten, waarin ondernemers uit de pluimveesector worden vertegenwoordigd.

Het PEC werkt samen met haar partners aan ruim twintig innovatieprojecten. “Wij zijn niet degenen die met radicale ideeën komen. Dat zijn innovators, universiteiten en R&D-afdelingen van bedrijven”, maakt Smits duidelijk. Het PEC heeft een faciliterende rol in het innovatieproces. Smits: “We brengen mensen met elkaar in contact, we zoeken financiële middelen, we bieden een plek om te experimenteren en we verspreiden kennis.”


Innovatie als bestaansrecht

Internationale contacten

Het PEC is constant bezig met open innovatie, waarbij innovatieve ideeën met anderen worden uitgewisseld. Om een innovatie levensvatbaar te laten zijn, is de markt een belangrijke speler. “Maar soms moet je daar wel eens wat op vooruitlopen”, zegt Smits. “Soms loop je ook te ver vooruit. Het is inherent aan innovatie dat dingen wel eens mislukken.” Een voorbeeld daarvan is een project waarin met een apparaat uit de metaalindustrie fijnstof in pluimveestallen gereduceerd kon worden. Smits: “Die mensen kwamen in een kippenstal en dachten: ‘oeps, dit is wel heel veel stof’. Dat hoort ook bij het innovatieproces. Onze missie is om continu te blijven innoveren met de pluimveesector om daarmee actuele vraagstukken op te lossen. Als er geen vraag meer is, dan zijn we overbodig geworden en is onze missie voltooid.’’


In de buurt kent iedereen elkaar, wat ‘local buzz’ wordt genoemd. Maar bij het PEC is ook sprake van ‘global buzz’, wat zich uit in internationale bekendheid. De internationale groepen komen naar Nederland, omdat het PEC uniek is. “Niet alleen omdat we in Nederland efficiënt kunnen produceren, we voorlopen op het gebied van consumentengedrag en we veel ervaring hebben met scharrelsystemen. De internationale groepen komen ook naar het PEC, omdat het uniek is hoe we samenwerken met overheid, bedrijfsleven en onderzoeksinstellingen”, legt Smits uit.

Zo heeft de landbouwraad van de Verenigde Staten het PEC benaderd om met het Nederlandse bedrijfsleven een project te starten op het gebied van pluimvee. Hieruit volgde de uitnodiging van de Nederlandse Ambassade in Washington en het Nederlandse Consul Generaal in Atlanta om de grootste pluimveebeurs in Amerika te bezoeken. “Daar hebben we gesproken met het bedrijfsleven, universiteiten en de state government”, vertelt Smits. Daarnaast is Smits in 2019 met Regio Foodvalley op studiereis geweest naar Zweden, waar veel behoefte was aan kennisuitwisseling. Smits: “Zij maken nu gebruik van de Engelstalige e-learning die wij ontwikkeld hebben met het bedrijfsleven en zijn met een groep pluimvee experts voor een studiereis naar Nederland gekomen om kennis op te doen.”


Insecten versus soja

Naast het verbinden van partijen, het overdragen van kennis en het doen van onderzoek, biedt het PEC ruimte aan projecten om te experimenteren met innovaties. Een van die innovaties is het kweken van insecten als alternatief voor soja in pluimveevoer. Soja is een belangrijk bestanddeel in pluimveevoer, maar moet geïmporteerd worden uit Latijns-Amerika. Hierdoor komt er bij het transport veel CO2-uitstoot vrij. De insectenkweek dient zich voor als kansrijk alternatief voor soja.

Op de campus van Aeres MBO Barneveld staat een groene kweekunit, waarin 6 miljoen huisvliegen leven. De vliegen leggen miljoenen eitjes, die groeien tot larven. Een gedeelte wordt gebruikt voor de vervanging van de populatie, het andere gedeelte wordt geoogst voor het diervoer. Daarbij biedt de locatie veel mogelijkheden voor kennisdeling. “Op de campus hebben we een eigen pluimveestal, waar we in de eerste fases kunnen testen. Doordat we op de campus zitten, kunnen we de kennis direct integreren in het onderwijs voor de pluimveestudenten. Ook zijn er veel bezoekers, waaronder internationale groepen, aan wie we de projecten kunnen laten zien.” Deze innovatie, waarbij een pluimveehouder in een kweekunit op eigen terrein pluimveevoer produceert, vraagt een hele andere werkwijze. “Net zoals je je eigen mais verbouwt, verbouw je dan je eigen larven.”


Grote uitdagingen

De pluimveesector staat voor grote uitdagingen, waarvan emissiereductie er een is. “In 2016 is in de Regio Foodvalley het Manifest Gezonde Leefomgeving getekend. De pluimveesector had gezegd: wij willen doen wat we kunnen om het fijnstofgehalte naar beneden te krijgen. Veel partijen uit de regio dachten en werkten hieraan mee. Vanwege die samenwerking is er echt wat gebeurd in de regio”, vertelt Smits.


Als reactie op de vogelgriepuitbraak is het Dutch Poultry Centre ontstaan, dat zich richt op de export van producten in de pluimveesector. Onder deze producten vallen niet alleen vlees en eieren, maar ook huisvestingssystemen en voer. “Daarin ontbrak een stukje kennisoverdracht, net als het opdoen van kennis en het ervoor zorgen dat nieuwe mensen in de sector komen”, legt Smits uit. Dat vormde de aanleiding om in 2013 het Poultry Expertise Centre (PEC) op te richten op de locatie van het Aeres MBO Barneveld. Het doel van het PEC is om meer kennis te verkrijgen over de pluimveesector en die kennis te verspreiden op het gebied van kennisoverdracht, innovatie en praktijkonderzoek.

Smits is in 2019 in dienst getreden bij het PEC en kan ondertussen worden gezien als het boegbeeld. Tijdens de studie Dierwetenschappen ontdekte Smits haar passie voor de pluimveesector. “Toen ik ging studeren, dacht ik dat ik in de koeienwereld verzeild zou raken. In mijn eerste jaar liep ik stage op een bedrijf waar ze vleeskalveren en pluimvee hadden. Ik liep rond in de pluimveestal en dacht: ‘dit is toch echt heel leuk’. Zo heb ik me steeds meer verdiept in de pluimveesector”, zegt Smits opgewekt.

In elke krant en overal op het nieuws kon je het lezen: 2003 was hét rampjaar van de vogelgriep. Veel bedrijven zijn destijds hard geraakt door de grote vogelgriepuitbraak. Ook in Regio Foodvalley, waar het centrum van de pluimveesector zit, kwam de uitbraak hard aan. “Als sector moet je dan bedenken: hoe gaan we nu verder? Het toverwoord daarin was samenwerking”, vertelt projectmanager Anne-Jo Smits.

Anne-Jo Smits
Poultry Expertise Centre

‘CONTINU INNOVEREN MET DE SECTOR IS ONS BESTAANS-RECHT’

05

Insecten versus soja

Naast het verbinden van partijen, het overdragen van kennis en het doen van onderzoek, biedt het PEC ruimte aan projecten om te experimenteren met innovaties. Een van die innovaties is het kweken van insecten als alternatief voor soja in pluimveevoer. Soja is een belangrijk bestanddeel in pluimveevoer, maar moet geïmporteerd worden uit Latijns-Amerika. Hierdoor komt er bij het transport veel CO2-uitstoot vrij. De insectenkweek dient zich voor als kansrijk alternatief voor soja.

Op de campus van Aeres MBO Barneveld staat een groene kweekunit, waarin 6 miljoen huisvliegen leven. De vliegen leggen miljoenen eitjes, die groeien tot larven. Een gedeelte wordt gebruikt voor de vervanging van de populatie, het andere gedeelte wordt geoogst voor het diervoer. Daarbij biedt de locatie veel mogelijkheden voor kennisdeling. “Op de campus hebben we een eigen pluimveestal, waar we in de eerste fases kunnen testen. Doordat we op de campus zitten, kunnen we de kennis direct integreren in het onderwijs voor de pluimveestudenten. Ook zijn er veel bezoekers, waaronder internationale groepen, aan wie we de projecten kunnen laten zien.” Deze innovatie, waarbij een pluimveehouder in een kweekunit op eigen terrein pluimveevoer produceert, vraagt een hele andere werkwijze. “Net zoals je je eigen mais verbouwt, verbouw je dan je eigen larven.”


Het hoofd koel houden

De rol van het PEC komt sterk naar voren in het project ‘Cool Pluimveetransport’. “Twee ondernemers kwamen bij ons met het idee om een geconditioneerde trailer te bouwen voor vleeskuiken-transport”, vertelt Smits. Dit is belangrijk, omdat veel producenten in de vleespluimveesector onder zware druk staan als gevolg van de COVID-19 maatregelen en de vogelgriep. Deze problematiek, in combinatie met het stijgende aantal dagen met extreme temperaturen, is reden om een trailer voor geconditioneerd pluimveetransport te ontwikkelen. Smits: “De twee ondernemers hadden zelf al geïnvesteerd in hun idee, maar hadden externe financiering nodig en ze wilden er wel mee verder. Toen hebben we een financiering weten te vinden en kon de trailer worden gebouwd.”

De subsidie is onder andere verkregen doordat het PEC letters of support heeft gehad van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Eyes on Animals en Regio Foodvalley. De trailer is in mei voor het eerst gepresenteerd op de VIV Europe 2022 beurs in Utrecht, die bezocht is door duizenden internationale professionals uit de veehouderijsector. Daarnaast wordt vanuit het lectoraat ‘Precisievoeding en duurzame pluimveehouderij’ – dat onderdeel is van de Aeres Hogeschool - onderzoek gedaan naar dierwelzijn en -gezondheid van de vleeskuikens tijdens het transport in de geconditioneerde trailer.


Grote uitdagingen

De pluimveesector staat voor grote uitdagingen, waarvan emissiereductie er een is. “In 2016 is in de Regio Foodvalley het Manifest Gezonde Leefomgeving getekend. De pluimveesector had gezegd: wij willen doen wat we kunnen om het fijnstofgehalte naar beneden te krijgen. Veel partijen uit de regio dachten en werkten hieraan mee. Vanwege die samenwerking is er echt wat gebeurd in de regio”, vertelt Smits.


Innovatie als bestaansrecht

Internationale contacten

Het PEC is constant bezig met open innovatie, waarbij innovatieve ideeën met anderen worden uitgewisseld. Om een innovatie levensvatbaar te laten zijn, is de markt een belangrijke speler. “Maar soms moet je daar wel eens wat op vooruitlopen”, zegt Smits. “Soms loop je ook te ver vooruit. Het is inherent aan innovatie dat dingen wel eens mislukken.” Een voorbeeld daarvan is een project waarin met een apparaat uit de metaalindustrie fijnstof in pluimveestallen gereduceerd kon worden. Smits: “Die mensen kwamen in een kippenstal en dachten: ‘oeps, dit is wel heel veel stof’. Dat hoort ook bij het innovatieproces. Onze missie is om continu te blijven innoveren met de pluimveesector om daarmee actuele vraagstukken op te lossen. Als er geen vraag meer is, dan zijn we overbodig geworden en is onze missie voltooid.’’


Als je wilt innoveren moet je vooral de nieuwste technologie gebruiken, meent Kruijssen. “Dat moet je durven. Daarom hebben wij LED-schermen neergezet, camera’s erbij opgehangen, de beste.
En er is geen enkele klant die zegt: Dat had je niet moeten doen. Maar in het begin zei iedereen: We hebben nu een directeur die ineens geld uitgeeft.” Maar je moet het kind niet met het badwater mee weggooien als je gaat digitaliseren, waarschuwt hij gelijk. Het fysieke proces blijft, alleen kunnen klanten dat fysieke proces nu óók via livestreaming op afstand volgen en digitaal inkopen.


Aan de andere kant zorgt emissiereductie voor onzekerheid bij pluimveehouders. Smits: “Je kunt veehouders in drie groepen verdelen: je hebt voorlopers, je hebt degenen die in de middenmoot zitten en je hebt degenen die niet willen veranderen. De voorlopers vinden het leuk om te innoveren, maar worden terughoudend vanwege de onzekerheid die er is rond het stikstofverhaal. Als wij nu wat aan onze stal veranderen, moeten we over drie jaar dan niet weer wat doen?” Het ondernemersrisico is voor pluimveehouders te groot worden, wat ze ervan doet weerhouden om door te pakken.


Met het PEC werkt Anne-Jo dagelijks aan triple helix samenwerking in de pluimveesector.

Samen sterk

Het PEC is een samenwerkingsverband dat uit verschillende partners bestaat. De partners zijn te verdelen in drie groepen, die ook wel de Triple Helix worden genoemd: overheid, onderzoeks- en kennisinstellingen en het bedrijfsleven. Zo werkt het PEC onder andere samen met de gemeente Barneveld, Regio Foodvalley, Aeres en Wageningen Universiteit & Research. Het bedrijfsleven is breed over de keten heen vertegenwoordigd: van veevoerleveranciers tot pluimveetransporteurs. Daarnaast zijn brancheverenigingen aangesloten, waarin ondernemers uit de pluimveesector worden vertegenwoordigd.

Het PEC werkt samen met haar partners aan ruim twintig innovatieprojecten. “Wij zijn niet degenen die met radicale ideeën komen. Dat zijn innovators, universiteiten en R&D-afdelingen van bedrijven”, maakt Smits duidelijk. Het PEC heeft een faciliterende rol in het innovatieproces. Smits: “We brengen mensen met elkaar in contact, we zoeken financiële middelen, we bieden een plek om te experimenteren en we verspreiden kennis.”


Als reactie op de vogelgriepuitbraak is het Dutch Poultry Centre ontstaan, dat zich richt op de export van producten in de pluimveesector. Onder deze producten vallen niet alleen vlees en eieren, maar ook huisvestingssystemen en voer. “Daarin ontbrak een stukje kennisoverdracht, net als het opdoen van kennis en het ervoor zorgen dat nieuwe mensen in de sector komen”, legt Smits uit. Dat vormde de aanleiding om in 2013 het Poultry Expertise Centre (PEC) op te richten op de locatie van het Aeres MBO Barneveld. Het doel van het PEC is om meer kennis te verkrijgen over de pluimveesector en die kennis te verspreiden op het gebied van kennisoverdracht, innovatie en praktijkonderzoek.

Smits is in 2019 in dienst getreden bij het PEC en kan ondertussen worden gezien als het boegbeeld. Tijdens de studie Dierwetenschappen ontdekte Smits haar passie voor de pluimveesector. “Toen ik ging studeren, dacht ik dat ik in de koeienwereld verzeild zou raken. In mijn eerste jaar liep ik stage op een bedrijf waar ze vleeskalveren en pluimvee hadden. Ik liep rond in de pluimveestal en dacht: ‘dit is toch echt heel leuk’. Zo heb ik me steeds meer verdiept in de pluimveesector”, zegt Smits opgewekt.

In elke krant en overal op het nieuws kon je het lezen: 2003 was hét rampjaar van de vogelgriep. Veel bedrijven zijn destijds hard geraakt door de grote vogelgriepuitbraak. Ook in Regio Foodvalley, waar het centrum van de pluimveesector zit, kwam de uitbraak hard aan. “Als sector moet je dan bedenken: hoe gaan we nu verder? Het toverwoord daarin was samenwerking”, vertelt projectmanager Anne-Jo Smits.

Online magazines Regio Foodvalley

Op deze pagina vindt u online magazines van Regio Foodvalley. In deze magazines worden projecten en initiatieven van Regio Foodvalley uitgelicht.
Volledig scherm